De schoffelende tuinder met de strooien hoed
Van de in Rijswijk geboren impressionistische schilder A. J. Zwart (1903-1981) is niet veel Westlands werk bekend. Wel heeft hij Westlandse thema’s gebruikt en is er in de categorie van Starings ‘tevreden landsman’ het beeld van de schoffelende tuinder. Dit schilderij stamt uit een periode waarin het Westlandse tuinbouwleven zich nog afspeelde rond kleine familiebedrijven langs pittoreske vaarten. De schoffel was altijd onder handbereik, onmisbaar gereedschap voor het elimineren van onkruid.
Het kleinschalige tuindersbestaan van die jaren maakte plaats voor de dominantie van megabedrijven en het huidige gigantisme (naar het boek van professor Geert Noels – groot, groter, grootst). Met risicovolle verdienmodellen voor monoculturen op basis van (fluctuerende) kostprijscalculaties in een blijvend gevoelige agrarische versmarkt.

J. Zwart, De schoffelende tuinder, olieverf op paneel, collectie Harry Groenewegen
De Westlander als dandy
De schoffelende Westlandse tuinder herinnert aan het eenvoudige en overzichtelijke bestaan halverwege de vorige eeuw toen vollegrondsteelten het beeld bepaalden. De tuinder aanvaardde het leven zoals het kwam, met twee benen op de grond, terwijl groei plaats vond met gestage stapjes voorwaarts. Evenwel met een vleugje romantiek en wereldse interesse waarbij de Westlander van mooie auto’s hield en zich graag met strooien hoed tooide: de Westlander als dandy. De tijd van Lou Bandy, Fred Astaire en later Toon Hermans; men beluistere op YouTube het liedje van Toon Hermans uit 1980: ‘Hoedje van stroo, mevrouw’. Ofschoon de lakense pet nog lang stand hield, werd de vakantiehoed ook gebruikt in de tuinderij. Hierbij een foto op een tuin in de Bospolder, Honselersdijk, anno 1932.

1932: Tuinder Martinus Penning met zoontje Teun en medewerkers op zijn tuinderij in de Bospolder